techno
Nederlands
![]() |
Woordafbreking
- tech·no
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘elektronische dansmuziek’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1988 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | techno | - |
verkleinwoord | technootje | technootjes |
Zelfstandig naamwoord
techno m
- (muziek) een elektronische muziekstijl die het levenslicht zag in de jaren zeventig van de twintigste eeuw, maar zich met name in de jaren 80 in ontwikkelde in onder andere Detroit en Frankfurt
Vertalingen
1. een elektronische muziekstijl die het levenslicht zag in de jaren zeventig ...
Gangbaarheid
- Het woord techno staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'techno' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.