taxibedrijf
Nederlands
![](../I/m/Molenstraat_-_Taxibedrijf_Citax_en_dameskapsalon_Jeune..._-_F78131_-_Van_der_Grinten.jpg)
taxibedrijf Citax
Woordafbreking
- taxi·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van taxi en bedrijf
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | taxibedrijf | taxibedrijven |
verkleinwoord | taxibedrijfje | taxibedrijfjes |
Zelfstandig naamwoord
taxibedrijf o [1]
- een onderneming die zorg draagt voor het taxi vervoer in een bepaald gebied of voor een bepaalde doelgroep
- Taxibedrijf Uber moet 650.000 euro betalen wegens een nieuwe overtreding van de taxiwet. Dat heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport woensdag (ILT) bekendgemaakt. Het bedrijf heeft chauffeurs en taxibedrijven laten samenwerken via een pachtconstructie die volgens de inspectie verboden is. [2]
Gangbaarheid
- Het woord taxibedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'taxibedrijf' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.