tarwes
Nederlands
Woordafbreking
- tar·wes
Zelfstandig naamwoord
tarwes mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord tarwe
- Er is een teveel aan tarwes, die voor voerdoeleinden weggaan en te weinig die bestemd zijn om tarwebrood van te bakken. [1]
- (verouderd) genitief van tarwe
- (…) gelyck het kaf terwijle het vereenigt is, en haer dicht aen de Terwe houd; eenige Privilegien om des Tarwes wille geniet, en sorgvuldiglijck in de schuere wert weggeleidt (…) [2]
Verwijzingen
- "ACECO werpt zich op de baktarwe" in: Nieuwsblad van het Noorden jrg. 99 nr. 296 (16 december 1986); p. 10 kol. 7; geraadpleegd 2017-01-17
- Baker, R. (vert. J. de Bruin jr.) Alle de uytstekende theologise werken. deel 1 (1670) Arent van den Heuvel, Amsterdam; p. 313; geraadpleegd 2017-01-17
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.