tanig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ta·nig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen tanigtanigertanigst
verbogen tanigetanigeretanigste
partitief tanigstanigers-

Bijvoeglijk naamwoord

tanig [2]

  1. de kleur van taan hebbend (geel of bruin)
Afgeleide begrippen
  • tanigheid

Gangbaarheid

  • Het woord tanig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
68 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.