tabuleren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ta·bu·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Franse tabuler (met het achtervoegsel -eren)
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tabuleren
tabuleerde
getabuleerd
zwak -d volledig

Werkwoord

tabuleren

  1. overgankelijk tabellen maken (gewoonlijk met een vooraf ingestelde kolombreedte)
    • het resultaat van het gedane werk is getabuleerd in de hierbijgaande opgaven 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tabuleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
63 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.