tabuleren
Nederlands
Woordafbreking
- ta·bu·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tabuleren |
tabuleerde |
getabuleerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
tabuleren
- overgankelijk tabellen maken (gewoonlijk met een vooraf ingestelde kolombreedte)
- het resultaat van het gedane werk is getabuleerd in de hierbijgaande opgaven
Gangbaarheid
- Het woord tabuleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tabuleren' herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.