sympathiek
Nederlands
Woordafbreking
- sym·pa·thiek
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘sympathie opwekkend’ voor het eerst aangetroffen in 1901 [1]
- Afkomstig van het het Oudgriekse sympatheia wat "getroffen door gelijke gevoelens" betekent. Sympatheia is een samenstelling van "syn" en "pathos".
- afgeleid van sympathie met het achtervoegsel -iek [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | sympathiek | sympathieker | sympathiekst |
verbogen | sympathieke | sympathiekere | sympathiekste |
partitief | sympathieks | sympathiekers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
sympathiek
- bereid zich in de zorgen van een ander te verplaatsen
- Hij kreeg geen sympathiek gehoor.
- aangenaam en vriendelijk in de omgang
- Hij is een sympathieke kerel.
Gangbaarheid
- Het woord sympathiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sympathiek' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.