svidd

Noors
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /sʋid/
Woordafbreking
  • svidd
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Noorse werkwoord svi.

Bijvoeglijk naamwoord

svidd

  1. gebrand
  2. aangebrand
  3. aangebrand, aangekoekt
  4. gebrand (wond)
  5. geschrijnd
  6. dor, geschroeid, gezengd, verdord, verdroogd, verzengd
Verbuiging
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)		 m/v enkelvoud svidd
o enkelvoud svidd
meervoud svidde
bepaald
(zwak)		 enkelvoud en
meervoud		 svidde
Afgeleide begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

svidd av

  1. afgebrand

Bijvoeglijk naamwoord

svidd inn

  1. ingebrand

Werkwoord

svidd

  1. voltooid deelwoord van svi


Nynorsk
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /sʋid/
Woordafbreking
  • svidd
Woordherkomst en -opbouw
  • Voltooid deelwoord van svi.

[A]

Bijvoeglijk naamwoord

svidd

  1. gebrand
  2. aangebrand
  3. aangebrand, aangekoekt
Verbuiging
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)		 m/v enkelvoud svidd
o enkelvoud svidd
meervoud svidde
bepaald
(zwak)		 enkelvoud en
meervoud		 svidde
Schrijfwijzen
  • svide, svidi, svidt
Afgeleide begrippen

[B]

Bijvoeglijk naamwoord

svidd

  1. gebrand (wond)
  2. geschrijnd
  3. dor, geschroeid, gezengd, verdord, verdroogd, verzengd
Verbuiging
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)		 m/v enkelvoud svidd
o enkelvoud svidd
meervoud svidde
bepaald
(zwak)		 enkelvoud en
meervoud		 svidde

Werkwoord

svidd

  1. voltooid deelwoord van svi betekenis [A]
Schrijfwijzen
  • svide
  • svidi
  • svidt

Werkwoord

svidd

  1. voltooid deelwoord van svi betekenis [B]
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.