studeerde af
Nederlands
Woordafbreking
- stu·deer·de af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afstuderen |
studeerde af
- enkelvoud verleden tijd van afstuderen
- Ik studeerde af.
- Jij studeerde af.
- Hij, zij, het studeerde af.
- Ik studeerde af.
Gangbaarheid
- Het woord studeerde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.