streaker
Nederlands
Woordafbreking
- strea·ker
Woordherkomst en -opbouw
- van Engels streaker, op te vatten als Naamwoord van handeling van streaken met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | streaker | streakers |
verkleinwoord | streakertje | streakertjes |
Zelfstandig naamwoord
streaker [1]
- persoon die de openbare ruimte onverwachts, naakt rennend, doorkruist met het doel te provoceren, of om de aandacht op zichzelf te vestigen.
Gangbaarheid
- Het woord streaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'streaker' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.