straffe

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • straf·fe

Werkwoord

vervoeging van
straffen

straffe

  1. aanvoegende wijs van straffen
    • Men straffe steeds in kalmte, met een koel hoofd en een warm hart. 

Zelfstandig naamwoord

straffe

  1. bijvorm van straf in: op straffe van met de bijbehorende straf van
    • Dit is op straffe van een boete van ten hoogste duizend gulden verboden. 

Bijvoeglijk naamwoord

straffe

  1. verbogen vorm van de stellende trap van straf
    • Een straffe oostenwind bolt de zeilen. 

Gangbaarheid

  • Het woord straffe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.