stond bloot

Nederlands

Uitspraak

Geluid: stond bloot (hulp, bestand)
IPA: / ˈstɔnt ˈblot /

Woordafbreking

stond bloot

Woordherkomst en -opbouw

uit stond (werkwoord) en bloot (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

vervoeging van
blootstaan

stond (…) bloot

enkelvoud verleden tijd van blootstaan
- Ik stond bloot.
- Jij stond bloot.
- Hij, zij, het stond bloot.

Gangbaarheid

Het woord stond bloot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.