stinkend
Nederlands
Woordafbreking
- stin·kend
Woordherkomst en -opbouw
- stinken ww met de uitgang -d
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stinken |
stinkend
- onvoltooid deelwoord van stinken
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | stinkend | stinkender | stinkendst |
verbogen | stinkende | stinkendere | stinkendste |
partitief | stinkends | stinkenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
stinkend
- een onaangename geur verspreidend
- zeer, heel erg
Uitdrukkingen en gezegden
- [2] zijn stinkende best doenzich tot het uiterste inspannen
Spreekwoorden
- [1] zachte heelmeesters maken stinkende wondeneen aanpak die te voorzichtig is maakt problemen erger
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord stinkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stinkend' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.