stemverheffing

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stem·ver·hef·fing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stemverheffing stemverheffingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

stemverheffing v [1]

  1. luider spreken dan eerst, of dan normaal is
    • Ik begon weer op haar af te lopen, en Ginger zette zich schrap voor de aanval. / 'Zie je dan verdomme niet dat ik je alleen maar wil helpen?' zei ik met stemverheffing. [2] 
    • Daar ging de telefoon weer. Mijn moeder begon luid te praten met een blijkbaar zeer dove vriendin, terwijl Jifke, haar handgebaren volgend, koffie inschonk en Victoria en ik met stemverheffing probeerden te converseren met Gijs en Gezien. Toen de wekker na een kwartier afliep werd hij weer opgedraaid. [3] 
    • Zijn ministers kregen een week geleden te horen – met stemverheffing van de president – dat ze wat zuiniger moeten zijn met hun uitlatingen in de pers.[4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stemverheffing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Matheson, Richard Liefde na de dood [2011] ISBN 978-90-491-0751-2 pagina 248
  3. Mizee, Nicolien De halfbroer [2015] ISBN 978-90-388-0034-9 pagina 183
  4. de Standaard 15 NOVEMBER 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.