stelplaats

• Geluid:  stelplaats    (hulp, bestand)

• stel·plaats

• samenstelling van  stellen ww  en  plaats zn 

stelplaats v/m [1]

1. plaats waar bussen en trams geparkeerd staan als ze niet in functie zijn

1. • ‘Ik ben gisteren nog een collega van toen tegengekomen. Hij had een vrije dag, maar ze hadden hem toch opgebeld om te vragen of hij wilde werken. Toen hij vroeg welke dienst er openstond, zeiden ze hem dat het er nog dertien waren. Bedenk: elke dienst bestaat uit zes of zeven ritten. Dat zijn dus zestig of zeventig ritten per dag, van die ene stelplaats in Antwerpen, die niet ingevuld worden. Het is een structureel probleem.’[2] 

1. • Een jaar lang heeft de oude stelplaats van De Lijn aan de Diestsepoort leeg gestaan maar nu is er weer leven in de brouwerij. De Lijn gaf haar akkoord om de gebouwen open te stellen voor de Leuvense jeugd. En daar zijn die blij mee.[3] 

• remise, tramgarage, busgarage, treingarage

• Het woord stelplaats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stelplaats' herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.