standaardisatie
Nederlands
Woordafbreking
- stan·daar·di·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘het standaardiseren’ voor het eerst aangetroffen in 1927 [1]
- Naamwoord van handeling van standaardiseren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | standaardisatie | standaardisaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
standaardisatie v
- het standaardiseren (het invoeren van een standaard)
- De standaardisatie van de eenheden waarmee men meet is nog steeds niet overal ter wereld doorgevoerd. Zo gebruikt men met name in de VS nog allerlei niet SI-eenheden.
Hyponiemen
- melkstandaardisatie
Afgeleide begrippen
- standaardisatieorgaan
Gangbaarheid
- Het woord standaardisatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'standaardisatie' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.