spuwer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spu·wer
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van spuwen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord spuwer spuwers
verkleinwoord spuwertje spuwertjes

Zelfstandig naamwoord

spuwer m [1]

  1. iets dat of iemand die puwt
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord spuwer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.