sproetig
Nederlands
Woordafbreking
- sproe·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | sproetig | sproetiger | sproetigst |
verbogen | sproetige | sproetigere | sproetigste |
partitief | sproetigs | sproetigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
sproetig
- vele kleine ronde pigmentvlekken hebbend
- Betrayed (Constantin Costa-Gavras, 1988, VS). Politieke-thriller-specialist maakte minder overtuigende, retorische aanklacht tegen racistische terreur in VS. FBI-agente Debra Winger zoekt toenadering tot de van moord verdachte Tom Berenger, een weduwnaar met twee sproetige kindertjes. [1]
- "Ja, het is stout om te jokken", zegt Pippi tegen haar brave buurmeisje Anneke. "Maar hoe kun je denken dat een klein meisje, dat een moeder heeft die een engel is en een vader die negerkoning is en die zelf haar hele leven lang heeft gevaren altijd de waarheid zal kunnen spreken? En bovendien," zei ze en haar hele sproetige gezichtje straalde, "zal ik jullie vertellen, dat er in Congo geen mens is die de waarheid spreekt. Ze jokken daar de hele dag! Beginnen om zeven uur 's morgens en gaan er mee door tot zonsondergang!" [2]
Gangbaarheid
- Het woord sproetig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sproetig' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC 27 december 2001 Selectie Televisie & Radio
- NRC J. Eiselin 28 januari 2002 Schrijfster voor wie nog wonderen kan doen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.