spreadsheet
Nederlands
Woordafbreking
- spread·sheet
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘boekhoudkundig computerprogramma’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
- samenstelling van spread en sheet [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spreadsheet | spreadsheets |
verkleinwoord | spreadsheetje | spreadsheetjes |
Zelfstandig naamwoord
spreadsheet v/m en o
- een computerprogramma dat waarden kan presenteren in een matrix van rijen en kolommen
- In het softwarepakket is een tekstverwerker en een spreadsheet aanwezig.
- een blad in een computerprogramma dat waarden presenteert in een matrix van rijen en kolommen
- Ik maak mijn financiële berekeningen altijd op een spreadsheet.
Gangbaarheid
- Het woord spreadsheet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'spreadsheet' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.