spijlbout
Nederlands
Woordafbreking
- spijl·bout
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van spijl zn en bout zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spijlbout | spijlbouten |
verkleinwoord | spijlboutje | spijlboutjes |
Zelfstandig naamwoord
spijlbout m [1]
- een bout met aan het eind een langwerpig gat of sleuf waardoorheen een spie of luns wordt gestoken. Door het aanslaan van de spie (scheer) wordt de bout vastgetrokken
Synoniemen
- spiebout
Gangbaarheid
- Het woord 'spijlbout' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.