speelde toneel
Nederlands
Woordafbreking
- speel·de to·neel
Woordherkomst en -opbouw
- uit speelde (werkwoord) en toneel (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
toneelspelen |
speelde (…) toneel
- enkelvoud verleden tijd van toneelspelen
- Ik speelde toneel.
- Jij speelde toneel.
- Hij, zij, het speelde toneel.
- Ik speelde toneel.
Gangbaarheid
- Het woord speelde toneel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.