speelbaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • speel·baar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van spelen met het achtervoegsel -baar
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen speelbaarspeelbaarderspeelbaarst
verbogen speelbarespeelbaarderespeelbaarste
partitief speelbaarsspeelbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

speelbaar [1]

  1. geschikt om (mee) gespeeld te worden
Antoniemen
  • onspeelbaar
Afgeleide begrippen
  • speelbaarheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord speelbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.