sommar

Zweeds
Uitspraak
Woordafbreking
  • som·mar
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   sommar     sommaren     somrar     somrarna  
genitief   sommars     sommarens     somrars     somrarnas  

Zelfstandig naamwoord

sommar, g

  1. zomer
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.