solowerk
Nederlands
Woordafbreking
- so·lo·werk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van solo zn en werk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | solowerk | solowerken |
verkleinwoord | solowerkje | solowerkjes |
Zelfstandig naamwoord
solowerk o
- een (muziek)stuk dat door één persoon gespeeld kan worden
- Tijdens het presentatieconcert in de Laurenskerk zullen deze werken worden uitgevoerd. Er klinken onder andere composities van Saint-Saëns, Adam, Elgar, Holst en Kabalevski. Ook spelen beide organisten een solowerk.[1]
- Het optreden van de Britse singer-songwriter maakt deel uit van zijn Europese tour. Howards nieuwe single A Boat To An Island On The Wall, zijn eerste solowerk sinds 2014, ging woensdag in première op BBC Radio1.[2]
Gangbaarheid
- Het woord solowerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'solowerk' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Reformatorisch Dagblad 12-11-2012 Vierhandig orgelspel Stouten en Teeuw in Rotterdamse Laurens
- Het Parool 5 APRIL 2018 Ben Howard treedt op in Afas Live
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.