snoepje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snoepje    (hulp, bestand)
  • IPA: /snupʲə/
Woordafbreking
  • snoep·je
enkelvoud meervoud
naamwoord snoep -
verkleinwoord snoepje snoepjes

Zelfstandig naamwoord

snoepje o dim. tant.

  1. een stuk snoepgoed
    • Als je braaf bent, krijg je een snoepje. 

Zelfstandig naamwoord

snoepje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord snoep

Gangbaarheid

  • Het woord snoepje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.