snipper

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snip·per
enkelvoud meervoud
naamwoord snipper snippers
verkleinwoord snippertje snippertjes

Zelfstandig naamwoord

snipper m

  1. een klein, plat stukje van betrekkelijk zacht materiaal als papier en hout
    • Ik heb dat briefje verscheurd en de snippers uit het raam gegooid, je zult er geen snipper van terugvinden. 
Afgeleide begrippen
  • papierversnipperaar, houtversnipperaar
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
snipperen

snipper

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snipperen
    • Ik snipper. 
  2. gebiedende wijs van snipperen
    • Snipper! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snipperen
    • Snipper je? 

Gangbaarheid

  • Het woord snipper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.