smeekbrief
Nederlands
Woordafbreking
- smeek·brief
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van smeek ww en brief
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | smeekbrief | smeekbrieven |
verkleinwoord | smeekbriefje | smeekbriefjes |
Zelfstandig naamwoord
smeekbrief m [1]
- een brief waarin je een hoger geplaatst persoon iets verzoekt te doen
- Versnel begon met een brief aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Ramazan (toen 12) en Samet (toen 4) Gümüs hoorden meer thuis op de Amsterdamse Oscar Carré-school dan in Turkije, schreef zij. Daarna pleegde zij een telefoontje naar het ANP. En op 10 april 1996 verscheen in het Nieuws van de Dag het eerste bericht over de familie Gümüs. Zonder discussie verliep dit niet. De Oscar Carré-school heeft veel leerlingen van buitenlandse afkomst. Sommige onderwijzers vreesden dat de kinderen onzeker zouden worden van alle aandacht voor de uitzetting. Maar de school wilde de twee leerlingen Gümüs ook niet in de steek laten. Zeker niet nadat Ramazan op zijn smeekbrief aan koningin Beatrix slechts het antwoord kreeg dat de koningin “geen handtekeningen uitdeelt”. [2]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord smeekbrief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'smeekbrief' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.