sloven

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slo·ven
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘hard werken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1610 [1]

Zelfstandig naamwoord

sloven mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord sloof
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sloven
sloofde
gesloofd
zwak -d volledig

Werkwoord

sloven

  1. zwoegen, heel hard werken
    • De oude vrouw staat weer te sloven en te zwoegen terwijl haar kinderen haar best kunnen helpen. 

Gangbaarheid

  • Het woord sloven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.