slijpsel
Nederlands
Woordafbreking
- slijp·sel
Zelfstandig naamwoord
slijpsel o [1]
- afvalproduct van slijpen dat ook weer gebruikt kan worden bij het slijpen
- Ach, die zielige Zamboni-chauffeur schraapte tijdens de dweilpauze voor de tien kilometer zoveel ijs van de bovenlaag dat het overtollige slijpsel op de gepoetste baan achterbleef. Er ontstond ‘richelvorming’. Gevaarlijk voor schaatsers. Ze hebben het idee dat ze iedere keer over een drempeltje moeten stappen. [2]
Gangbaarheid
- Het woord slijpsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'slijpsel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.