sleep aan

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sleep aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanslepen

sleep aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanslepen
    • Ik sleep aan. 
  2. gebiedende wijs van aanslepen
    • Sleep aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanslepen
    • Sleep je aan? 
vervoeging van
aanslijpen

sleep aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanslijpen
    • Ik sleep aan. 
    • Jij sleep aan. 
    • Hij, zij, het sleep aan. 

Gangbaarheid

  • Het woord sleep aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.