slavist

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sla·vist
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van Slaaf met het achtervoegsel -ist
enkelvoud meervoud
naamwoord slavist slavisten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

slavist m

  1. (beroep) beoefenaar van de slavistiek

Gangbaarheid

  • Het woord slavist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
68 %van de Nederlanders;
57 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.