slapie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sla·pie
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord slapie slapies

Zelfstandig naamwoord

slapie o dim. tant.

  1. iemand waarmee men een slaapvertrek deelt, een kameraad
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord slapie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
73 %van de Nederlanders;
19 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.