sjofel
Nederlands
Woordafbreking
- sjo·fel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘armoedig’ voor het eerst aangetroffen in 1802 [1]
- Herkomst: Jiddisj [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | sjofel | sjofeler | sjofelst |
verbogen | sjofele | sjofelere | sjofelste |
partitief | sjofels | sjofelers | - |
Gangbaarheid
- Het woord sjofel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sjofel' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "sjofel" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.