armoedig
![](../I/m/B172_Rembrandt.jpg)
armoedig geklede man door Rembrandt
Nederlands
Woordafbreking
- ar·moe·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | armoedig | armoediger | armoedigst |
verbogen | armoedige | armoedigere | armoedigste |
partitief | armoedigs | armoedigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
armoedig
- van armoede getuigend
- Trek die armoedige kleren toch eens uit en trek wat leuks aan.
- De rijke man had altijd armoedige kleren aan, want hij wilde zijn rijkdom niet tonen.
Gangbaarheid
- Het woord armoedig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'armoedig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.