sjoelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sjoe·len
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Fries, in de betekenis van ‘met de sjoelbak spelen’ voor het eerst aangetroffen in 1895-1896 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sjoelen
sjoelde
gesjoeld
zwak -d volledig

Werkwoord

sjoelen

  1. inergatief (spel) een oud-Hollands gezelschapsspel gespeeld door houten schijven over de houten ondergrond van een sjoelbak te schuiven
    • Vroeger sjoelden we vaak op zolder. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord sjoelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.