singulariteit

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sin·gu·la·ri·teit
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Franse singularité, van het Latijnse 'singularitas' met het achtervoegsel -iteit
enkelvoud meervoud
naamwoord singulariteit singulariteiten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

singulariteit v

  1. het niet van toepassing zijn van de normaal geldige regels
  2. (wiskunde) een punt waarvoor een functie of een van zijn afgeleiden niet gedefinieerd is
    • De functie tan(x) heeft een singulariteit voor de waarde π/2. 
  1. (wiskunde) het singulair zijn
    • Ten gevolge van de singulariteit van de matrix kan deze niet geïnverteerd worden. 

Gangbaarheid

  • Het woord singulariteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.