sinecuur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • si·ne·cuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sinecuur sinecuren
verkleinwoord sinecuurtje sinecuurtjes

Zelfstandig naamwoord

sinecuur [2]

  1. sinecure

Gangbaarheid

  • Het woord sinecuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.