simpel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  simpel    (hulp, bestand)
  • IPA: /sɪmpəł/
Woordafbreking
  • sim·pel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘eenvoudig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen simpelsimpelersimpelst
verbogen simpelesimpeleresimpelste
partitief simpelssimpelers-

Bijvoeglijk naamwoord

simpel

  1. zonder veel complicaties
    • Dit is een simpele manier op het probleem op te lossen. 
  1. arch. en neerbuigend: weinig ontwikkeld of van verminderde geestelijke vermogens
    • Dat is maar een simpele ziel. 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord simpel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.