short
Nederlands
Woordafbreking
- short
Woordherkomst en -opbouw
- van het Engels [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | short |
verbogen |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
Afgeleide begrippen
- shortcut, shortfiller, shortlist, shortpositie, shortstick, shorttrack
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | short | shorts |
verkleinwoord | shortje | shortjes |
Gangbaarheid
- Het woord short staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'short' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.