schrokker
Nederlands
Woordafbreking
- schrok·ker
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | schrokker | schrokkers |
| verkleinwoord | schrokkertje | schrokkertjes |
Zelfstandig naamwoord
schrokker m
- iemand die met overmatige gretigheid iets verorbert, schrokkerd, schrokop
Gangbaarheid
- Het woord 'schrokker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schrokker' herkend door:
| 89 % | van de Nederlanders; |
| 89 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.