schrobbering
Nederlands
Woordafbreking
- schrob·be·ring
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘uitbrander’ voor het eerst aangetroffen in 1784 [1]
- Afgeleid van schrobben, het achtervoegsel -ering is echter ongewoon bij een inheems woord.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schrobbering | schrobberingen |
verkleinwoord |
Gangbaarheid
- Het woord schrobbering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schrobbering' herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
38 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.