schonen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scho·nen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schonen
schoonde
geschoond
zwak -d volledig

Werkwoord

schonen [1]

  1. overgankelijk zuiveren, schoonmaken, reinigen
Synoniemen
Hyponiemen

Zelfstandig naamwoord

schonen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord schone

Gangbaarheid

  • Het woord schonen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
66 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.