schijntje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schijn·tje
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord schijntje schijntjes

Zelfstandig naamwoord

schijntje dim. tant.

  1. een (te) klein bedrag
    • Op het gymnasium van mijn dochters wordt met veel trompetgeschal sport aangeboden: verzorgd door de sportclubs in de buurt, voor een schijntje. Mijn dochters hebben nu drie keer aan dat soort naschoolse activiteiten (Topscore genoemd) deelgenomen. [1] 
Synoniemen
  • een appel en een ei

Zelfstandig naamwoord

schijntje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schijn

Gangbaarheid

  • Het woord schijntje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.