schijnbaar

Nederlands

Uitspraak

Geluid: schijnbaar (hulp, bestand)
IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈsχɛɪnbar/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈsxɛːnbar/

Woordafbreking

schijn·baar

Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van schijnen met het achtervoegsel -baar.

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	schijnbaar	schijnbaarder	schijnbaarst
verbogen	schijnbare	schijnbaardere	schijnbaarste
partitief	schijnbaars	schijnbaarders	-

Bijvoeglijk naamwoord

schijnbaar

naar het zich laat aanzien

- Het schijnbaar verdwijnen van de zon tijdens een verduistering betekent niet dat de maan even groot is.

Vertalingen

1. naar aanzien

Duits: scheinbar ^(de)
Engels: apparent ^(en)

Spaans: aparente ^(es)

Gangbaarheid

Het woord schijnbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schijnbaar' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.