schichtig
Nederlands
Woordafbreking
- schich·tig
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘schuw’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
- afgeleid van schicht met het achtervoegsel -ig [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | schichtig | schichtiger | schichtigst |
verbogen | schichtige | schichtigere | schichtigste |
partitief | schichtigs | schichtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
schichtig
- opeens schokkende bewegingen makend uit zenuwachtigheid
- De ree sprong met een schichtige beweging in de berm toen hij onze auto zag.
Bijwoord
schichtig
- op schichtige wijze
- Hij keek schichtig om zich heen.
Gangbaarheid
- Het woord schichtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schichtig' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.