schender

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schen·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schender schenders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

schender m [1]

  1. iemand die schendt (bederft, verderft, aantast of beschadigt)
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • schenderij

Gangbaarheid

  • Het woord schender staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
72 %van de Nederlanders;
64 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.