scan

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scan
Woordherkomst en -opbouw
  • ontleend aan het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord scan scans
verkleinwoord scannetje scannetjes

Zelfstandig naamwoord

scan m

  1. het scannen
  2. het resultaat van voornoemde handeling
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
scannen

scan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scannen
    • Ik scan. 
  2. gebiedende wijs van scannen
    • Scan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scannen
    • Scan je? 

Gangbaarheid

  • Het woord scan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.