sappel af
Nederlands
Woordafbreking
- sap·pel af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afsappelen |
sappel (…) af
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsappelen
- Ik sappel af.
- gebiedende wijs van afsappelen
- Sappel af!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsappelen
- Sappel je af?
Gangbaarheid
- Het woord 'sappel af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.