sapfisch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sapfisch    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsɑpfis/
Woordafbreking
  • sap·fisch
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van de eigennaam Sapfo met het achtervoegsel -isch
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen sapfischsapfischer-
verbogen sapfischesapfischere-
partitief sapfischsapfischers-

Bijvoeglijk naamwoord

sapfisch

  1. (letterkunde) in de stijl van de klassieke Griekse dichteres Sapfo
    • In de bundel Ongeroepen staan drie oden in een alcaeisch metrum (naar de Griekse lyricus Alcaeus), in de bundel In de koude voorjaarsnacht staan drie oden in een sapfisch metrum (naar Sapfo). [1]
  1. (figuurlijk) betrekking hebbend op erotiek tussen vrouwen, van een vrouw: erotisch aangetrokken tot andere vrouwen
    • Omdat zij zich meestal jongensachtig kleedde werd aangenomen dat zij, zoals men dat destijds noemde, sapfische neigingen had. Of dat inderdaad zo was, weet ik niet, maar ik weet wel dat zij broeken droeg omdat ze vond dat ze lelijke benen had; en als ze echt sapfisch was vraag ik me af of ze wel zo verliefd op mijn vader had kunnen zijn. [2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord sapfisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
6 %van de Nederlanders;
7 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.