sanering

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sanering    (hulp, bestand)
  • IPA: /saˈnerɪŋ/
Woordafbreking
  • sa·ne·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van saneren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord sanering saneringen
verkleinwoord sanerinkje sanerinkjes

Zelfstandig naamwoord

sanering v [1] [2]

  1. het saneren
    1. het weer gezond te maken, de gezondmaking
    2. het op orde stellen
Hyponiemen
  • bodemsanering, geldsanering, muntsanering, schuldsanering, stadssanering
Afgeleide begrippen
  • saneringsgebied, saneringskaart, saneringsplan

Gangbaarheid

  • Het woord sanering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.