saneren
Nederlands
Woordafbreking
- sa·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘gezond maken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1935 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
saneren |
saneerde |
gesaneerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
saneren
- overgankelijk met behulp van ingrijpende maatregelen een einde maken aan een ongezonde financiële toestand
- Deze bedrijfstak moet nodig gesaneerd worden.
Vertalingen
1. met behulp van ingrijpende maatregelen een einde maken aan een ongezonde financiële toestand
Gangbaarheid
- Het woord saneren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'saneren' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.