saneren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘gezond maken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1935 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
saneren
saneerde
gesaneerd
zwak -d volledig

Werkwoord

saneren

  1. overgankelijk met behulp van ingrijpende maatregelen een einde maken aan een ongezonde financiële toestand
    • Deze bedrijfstak moet nodig gesaneerd worden. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord saneren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.